Grondwerkoefening: neus naar flank
De oefening “neus naar flank” is een oefening waarbij we het paard leren om te wijken voor fysieke hulpen (= wijken voor directe druk) aan de zijkant van het hoofd. Bij deze oefening vragen we aan het paard om zijn neus in de richting van zijn flank te bewegen dmv subtiele druk.
Doel van de oefening
1. Het paard het concept “wijken voor fysieke hulpen” aanleren, zodat het paard leert om mee te gaan met fysieke (directe) druk, ipv ertegenin te gaan. Op hoe meer plaatsen van het paardenlichaam je dit aanleert, hoe beter het paard het wijken zal snappen.
2. Ter voorbereiding van de oefening “Stelling” bij het werk a/d hand, het longeren en het rijden. Als het paard deze oefening al kent vanuit het grondwerk, zal het ook gemakkelijker zijn om een dressuurmatig correcte stelling te vragen.
3. Het is een goede stretchoefening.
4. Het is een “check-oefening”: als het paard de oefening al kent, kan je ze ook uitvoeren om te checken of het paard op een bepaald moment wil ingaan op jouw vraag om de neus naar de flank te brengen. Maar je kan er ook mee checken in hoeverre je paard ontspannen is of niet (mentale spanning zorgt er voor dat het paard deze oefening minder goed zal doen).
Hoe leer je je paard dit aan?
2. Je gaat naast het paard staan, ter hoogte van de singelplaats en legt het leidtouw over de rug van het paard.
3. Je laat dan je hand glijden van aan het klipje, over het touw, tot bijna aan je buitenheup (fase 1).
4. Dan ga je lichte spanning op het touw zetten. Dit is subtiele druk dat het paard voelt op de zijkant van het hoofd (fase 2).
5. Daarna ga je lichtjes “kneden” in het touw zonder de druk volledig los te laten. Volledig los laten betekent dat het touw helemaal gaat doorhangen (fase 3).
Wanneer het paard nageeft, geef dan ook na. Het paard kan nageven in fase 1, 2, 3 of 4. Het paard snapt de oefening als het over het algemeen al nageeft bij fase 1 of 2.