Longeren: de meest voorkomende fouten

Longeren is een onderdeel van Gymnastiserend Grondwerk en dus een schitterende manier om jouw paard te gymnastiseren. Maar pas op: longeren kan alleen maar gezond zijn voor het paard als het op een verantwoorde en correcte manier gebeurt. Helaas gebeuren er vaak fouten bij het longeren. Daarom heb ik voor jou de 7 meest voorkomende fouten opgesomd die gebeuren in de praktijk, zodat jij er voor kan zorgen dat jij ze alvast niet (meer) maakt!

Longeer fout # 1: longeren met een bit

Dit is een fout die heel vaak gemaakt wordt tijdens het longeren. Door met een bit te longeren wordt de onderkaak van het paard naar binnen verplaatst wanneer de longeur een ophouding geeft met de longe.

Voor een correcte stelling en dus ook buiging moet de bovenkaak echter naar binnen geplaatst worden en dat kan alleen als de onderkaak naar buiten geplaatst wordt.

Het werken met een bit zorgt er dus voor dat een paard moeilijker een correcte stelling kan aannemen en dus ook moeilijker een correcte lengtebuiging. Train dus best met een goed passend kaptoom, omdat je daarmee inwerkt op de bovenkaak van het paard en bij een ophouding de bovenkaak naar binnen vraagt, en niet de onderkaak.

Longeer fout # 2: hulpteugels gebruiken

Hulpteugels plaatsen het hoofd en de hals van het paard in een bepaalde houding die het paard uit zichzelf nog niet zou aannemen.  Wat de voorstanders ook beweren: je zou geen hulpteugel gebruiken als je paard goed loopt. De hulpteugel zet het paard vast in een houding  en dat gaat altijd gepaard met spanning en dus een verkeerde manier van bewegen.

Daarom gaan we de longe ook nooit door een singelring steken (dit is van het hoofd naar de singelring en van de singelring naar de hand).   De longeur kan dan geen gerichte ophoudingen geven, omdat de longeurhand niet rechtstreeks met het paardenhoofd is verbonden.

Denk maar een een ophouding omhoog, omlaag, naar voor of naar achter. Het paard kan dus niet correct geholpen worden.

Wanneer je hulpteugels gebruikt of de longe door de singelring steekt, dan kan je niet goed inspelen op de natuurlijke scheefheid van het paard omdat je het paard “vastzet”.   Je hebt geen invloed meer op het zwaartepunt van het paard en je zal het paard dus niet goed kunnen helpen omdat je de hoofd-hals houding niet kan “gebruiken” om het paard te helpen zijn balans te vinden.

Deze manier van longeren heeft dus helemaal niets te maken met een logische, opbouwende training, waarbij je het paard stelselmatig gymnastiseert op een stap voor stap manier, op het tempo van het paard.

Je bent perfect in staat om een goedlopend paard te krijgen zonder dat je ooit deze middelen moet gebruiken!

Longeer fout # 3: de basis is niet goed

Heel vaak worden paarden gelongeerd zonder dat de basis al goed zit. Deze paarden kunnen moeilijk ontspannen en daarom leren ze ook minder snel en goed, of ze leren de verkeerde dingen.

Een goede basis dat is ten eerste veel vertrouwen tussen paard en longeur. Een goede band bouw je op via Het Vrije Werk.

Als het vertrouwen goed zit, en de band is sterk, dan ga je over naar het basisgrondwerk zodat het paard oa de hulpmiddelen leert kennen en vertrouwen en leert om vlot te wijken voor druk. Je oefent ook het gewone cirkelwerk wat de voorloper is van het dressuurmatig longeren.

Wie de tijd neemt om een goede basis te leggen, zal meer plezier hebben tijdens het longeren omdat het paard al jouw hulpen goed zal snappen en vertrouwen zal hebben in jouw hulpen. Een goed begin is het halve werk!

Longeer fout # 4: verkeerde lichaamstaal van de longeur

Doordat de longeur verkeerde lichaamstaal gebruikt, raakt het paard verward. Sommige paarden worden angstig, anderen worden boos, nog anderen blokkeren of gaan rennen.

Wat heel vaak gebeurt is dat het paard niet op de volte “wil” vertrekken. Deze paarden worden soms als “dominant” of “koppig” bestempelt. In werkelijkheid is een verkeerde communicatie / lichaamstaal vaak de oorzaak (het kan echter ook te maken hebben met een ontwikkelde aversie voor longeren door andere redenen, zoals de andere veelvoorkomende fouten die ik in dit artikel beschrijf).

Paarden lezen de lichaamstaal van de longeur constant en wanneer die verkeerd/verwarrend is, dan zullen er problemen ontstaan tijdens het longeren.

Wat ook vaak gebeurt is dat paarden “afgeleerd” worden om op lichaamstaal te reageren doordat de longeur zich niet bewust is van zijn eigen lichaamstaal. Bijvoorbeeld: de longeur wil dat het paard blijft draven, maar gebruikt onbewust vertragende lichaamstaal (longeur kijkt bv naar beneden of zakt iets in elkaar). Door die passievere lichaamtaal komt het paard op stap. Dat wil de longeur echter niet en hij drijft het paard energiek voorwaarts met zijn zweep.

Op die manier leert het paard de lichaamstaal van de longeur te negeren en enkel te luisteren naar het trekken aan de longe (om te stoppen) en het drijven- tikken met de zweep (om te versnellen).

Het paard leert op deze manier rondjes te lopen zoals een robot. Maar om goed dressuurmatig te kunnen longeren is het nodig dat het paard zijn natuurlijke gevoeligheid behoudt en zich open blijft stellen naar de trainer. Ook de trainer moet zich openstellen naar het paard.

Longeer fout # 5: te weinig of geen kennis van biomechanica

Het doel van longeren is je paard te gymnastiseren. Gymnastiseren betekent dat je je paard soepeler maakt, maar ook sterker. Je leert het paard

  • in balans op een cirkel te bewegen.
  • evengoed naar links als naar rechts in te buigen.
  • in een voorwaarts-neerwaartse houding te komen zodat het in een 50/50 houding kan bewegen (het achterbeen swingt even ver naar voor als het naar achter afzet).
  • je werkt aan de spierontwikkeling.
  • Kortom: Je leert je paard zijn lichaam optimaal te gebruiken, zodat het de ruiter beter kan dragen (ook menpaarden hebben baat bij correct longeren!).

Longeren zou een doordachte en logische stap voor stap training moeten zijn om je paard te gymnastiseren en recht te richten. Helaas zie je heel vaak mensen hun paard longeren zonder dat zij weten wat ze precies aan het doen zijn. Het paard loopt (extreem) op of over de schouder, beweegt met een holle bovenlijn, stuwt teveel met de achterhand, loopt te zwaar op de voorhand, zwaait uit, gaat te snel, …

Om correct te kunnen longeren moet je (basis)kennis hebben over de natuurlijke asymmetrie en onbalans in het paardenlichaam. Je moet weten of je met een links- of rechtsgebogen paard te maken hebt en ook welk achterbeen van het paard zwakker/sterker is. Als je dat herkent, dan pas kan je je paard correct trainen.

Een longeur zonder kennis over anatomie en biomechanica van het paard doet meer kwaad dan goed. Dan is longeren heel nadelig voor een paard omdat er veel kans is dat er door de centrifugale krachten en de schaarkrachten heel veel druk op de spieren en pezen van het paard komt te staan en daardoor ook op het skelet! Dit is enorm belastend voor het paardenlichaam en kan hele nare (en soms onomkeerbare) gevolgen hebben!

Longeer fout # 6 : stoppen op het verkeerde moment

Veel longeurs maken de fout om niet op het juiste moment te stoppen. Ze gaan ofwel te lang door of ze stoppen te vroeg. Door te lang door te werken ga je over de grens van het paard heen. De spieren worden moe en het paard onthoudt dus dat longeren vermoeiend is. Het zal steeds minder gemotiveerd zijn om mee te werken en de kwaliteit van de bewegingen kan achteruit gaan.

Maar ook door te kort te longeren kan het gebeuren dat het paard nog niet de ontspanning bereikt heeft die het nodig heeft om correct te gaan bewegen. De endorfine-flow die vrijkomt bij de voorwaarts-neerwaartse houding is dan nog niet op gang gekomen en het paard mist dus die “feel good” hormonen die ervoor zorgen dat longeren ontspannend en aangenaam is.

Een goede longeur observeert het paard heel goed en merkt op wanneer het beste moment is om te stoppen. Dat is niet te vroeg, zodat het paard de tijd krijgt om in die endorfine-flow te komen, maar zeker ook niet te laat zodat het paard niet moe wordt.

Longeer fout # 7: de longeur verlaat zijn eigen cirkel.

Bij het longeren loopt de longeur mee in een cirkel. Het is hierbij belangrijk dat de hij goed weet waar hij zijn eigen cirkel neerlegt. Onbewust laten veel longeurs zich echter “meenemen” of “wegduwen” door het paard. Dan gaan ze onbewust een grotere cirkel gaan stappen (als het paard over de schouder loopt) of zelfs een kleinere cirkel (als het paard op de schouder valt).

Door dit te doen voel je minder goed of je paard nu wel of niet in balans loopt. Het is dus nodig, wil je je paard correct gymnastiseren en rechtrichten dat je op je eigen cirkel blijft, of die nu groot of klein is en dat je die enkel vergroot of verkleint als je dat zelf wil omdat je het paard op een grotere of kleinere cirkel wil laten lopen.

Besluit

Voorkom deze 7 veel voorkomende fouten door

1. Eerst aan de relatie met je paard te werken via Het Vrije Werk
2. Dan je paard goed voor te bereiden via het Grondwerk
3. Te leren hoe je je lichaamstaal juist kan gebruiken en op je “eigen cirkel” te blijven
4. Je te verdiepen in anatomie, biomechanica en natuurlijke asymmetrie van het paard
5. Een goed passend kaptoom aan te schaffen in plaats van met een bit te longeren en geen hulpteugels te gebruiken!
6. Een stap voor stap training te volgen en elke keer te stoppen op het juiste moment.
7. Hulp in te roepen als je geen ervaring hebt met longeren en nog veel moet leren!

Op die manier zal het longeren een positieve ervaring zijn voor jou en je paard! Je paard zal op een correcte en verantwoorde manier gelongeerd kunnen worden, waardoor het soepeler en sterker wordt, in balans leert te bewegen op de volte en perfect voorbereid wordt op het dragen van een ruiter!

Template not found..

Of klik hier om meer te weten