Werken met de dubbele lange lijnen: 12 redenen om het te doen
Je kan een paard in de enkele longe werken (longeren), maar je kan ook met de dubbele longe werken. Als je het paard in een dubbele longe lopen hebt, dan beweegt het paard rond jou. Jij staat dus in de cirkelpositie (longeerpositie). De buitenste longe ligt achter de billen van het paard. De binnenste longe loopt rechtstreeks van het paardenhoofd naar jouw hand (dus niet door de ring van de singel). Dit wordt longeren in de dubbele longe genoemd.
Je kan echter ook de menpositie innemen, daarbij loop jij achter het paard. De lijnen waarmee je het paard controleert lopen door de onderste ring van de singel naar je handen. Dit wordt ” de dubbele lange lijnen” genoemd. Het werken met de dubbele lange lijnen, hoort bij het Verdergezet Grondwerk.
Waarvoor kan het werk met de dubbele lange lijnen allemaal goed zijn?
1. Om een jong paard voor te bereiden op het rijden
Ook door de 2 lange touwen die langs zijn lichaam liggen, leert het paard wennen aan bewegingen langs zijn lichaam en tegen zijn flanken. Het aanvaarden van het been gaat dan ook beter.
Als je het jonge paard longeert met het zadel ipv een longeersingel, leer je het paard op die manier wennen aan het zadel. De longes lopen dan door de beugels ipv door de singelringen. De beugels worden onder de buik door aan elkaar vastgemaakt met een riem zodat ze niet teveel kunnen bewegen.
2. Om een paard verkeersmak te maken
Eens het paard het werk in de dubbele lange lijnen goed snapt in de piste (het paard heeft geen enkele schrik om tussen 2 lange lijnen te lopen en begrijpt de hulpen uitstekend) kan je het paard in de menpositie meenemen op straat. Omdat het paard hierbij voorop loopt en dus niemand kan volgen leert hij zelfzekerder te worden in het verkeer.
3. Om een paard moediger te maken
Als je voor een paard uit loopt dan zal je merken dat ze heel graag volgen. Vooral in enge situaties is het zo dat van zodra je voor het paard gaat lopen veel paarden gewoon meestappen, voorbij het enge voorwerp. Blijf je op het paard zitten of loop je achter het paard, dan stopt het paard of wil het paard zich omdraaien, weg van het “gevaar”. Het paard heeft dus de meeste steun aan jou als je voorop loopt.
Wanneer je het paard echter vanuit de menpositie leert om als eerste een eng voorwerp langs te gaan, dan stimuleer je het paard om moediger te worden. Na verloop van tijd lukt het steeds beter omdat het paard zelfvertrouwen begint te krijgen. Als een paard dus al verkeersmak is maar heel moeilijk op kop kan lopen, of kijkerig is, dan kan je het paard leren om moediger te zijn met behulp van de dubbele lange lijnen. Oefen uiteraard eerst thuis met een hindernissenparcours.
4. Om het paard te gymnastiseren
Je kan bv 8-ten maken, waarbij je bij het wisselen van volte met je binnenlijn de stelling bewaart en tegelijkertijd het binnenachterbeen er goed ondervraagt door met de binnenlijn tegen het binnenachterbeen te bewegen.
Ook zijgangen kan je perfect doen in de dubbele lange lijnen
5. Om het paard fysiek en mentaal te laten ontspannen alvorens je iets anders doet
Veel paarden ontspannen zeer goed in de dubbele lange lijnen omdat je hierbij vooral vanuit de menpositie werkt. Een paard zit namelijk zo in elkaar dat wanneer je op een vriendelijke manier van achteren drijft en stuurt, het paard ontspant.
Dit komt omdat een paard een natuurlijk instinct heeft dat wie hem -vriendelijk – drijft, een deel is van de groep/kudde. Dat schept vertrouwen. Daardoor ontspant het paard mentaal. Mentale ontspanning zorgt voor fysieke ontspanning. Ook de gymnastiserende oefeningen zorgen voor ontspanning.
Daarom daarom eerst een beetje werken in de dubbele lange lijnen wanneer jouw paard tijdens het rijdenveel tijd nodig heeft om te ontspannen. Doordat je eerste ontspanning hebt in de dubbele lange lijnen, zal er tijdens het rijden ook sneller ontspanning komen.
6. Om bepaalde problemen op te lossen die al rijdend moeilijker op te lossen zijn
Doordat je de ruiter eraf neemt, wordt het toch wel een andere oefening en worden ze minder getriggerd tot hun “gewoonlijke” gedrag. Bovendien zorgt de lijn achter de billen dat het paard goed ondertreedt, wat er ook al voor zorgt dat er minder achter de teugel gegaan wordt.
Met behulp van de dubbele lange lijnen kan je een flegmatiek paard energieker laten bewegen, een paard dat staakt leren om voorwaarts te gaan, een paard dat moeilijk achterwaarts gaat leren om vlot achterwaarts te stappen, … Het paard dit aanleren zonder ruiter kan in bepaalde gevallen veel veiliger zijn. Wanneer het paard de hulpen kent en heel goed reageert in de dubbele lange lijnen, dan pas ga je dit vanuit het zadel doen.
7. Om een paard dat revalideert onbelast te laten werken
Als je paard door een blessure een tijd niet bereden mag worden kan je toch nog met hem aan de slag. Je kan hem gewoon mee op wandel nemen op straat zodat je tijdens de revalidatieperiode toch kan werken aan zijn zelfvertrouwen om op kop te lopen bv. Of je kan hem lichte dressuurmatige oefeningen laten doen (check eerst bij de dierenarts of het mag!).
8. Om hem voor te bereiden op het mennen of op het trekken van een last.
Dus als jij je paard graag in de koets wil leren lopen, dan zal je moeten starten met de dubbele lange lijnen.
Maar ook als je geen ambitie hebt om je paard tot menpaard op te leiden kan het heel leuk zijn om hem een last te laten trekken. Zo kan je je paard leren om de piste te slepen. Als je je paard leert om de piste te slepen is dat niet alleen heel nuttig en goedkoop (je hebt geen tractor nodig) maar ook heel goed om je paard bomproof te maken. Je paard leert op die manier immers omgaan met dingen en geluiden die achter hem aan komen.
Pas wel op: hang niet zomaar een band achter je paard aan. Het paard kan gemakkelijk panikeren als je dit niet goed voorbereidt! Je moet het paard stap voor stap laten kennismaken hiermee.
9. Voor de afwisseling
Het werk in de dubbele lange lijnen kan dan een heel leuke afwisseling zijn voor het dagelijkse werk. Je kan gewoon verder gaan met het dressuurmatig trainen als afwisseling (dus zonder ruiter erop ipv met ruiter geeft dan de afwisseling), maar je kan ook gewoon even op straat gaan wandelen, een hindernissenparcours doen in menpositie, je paard de piste laten slepen, …
10. Als je eens niet zoveel tijd hebt
Als je eens wat minder tijd hebt, dan kan je in plaats van te rijden je paard in de dubbele lange lijnen trainen. Zeker als het paard dit al goed beheerst, spaar je tijd uit!
Een singel opleggen en de lijnen bevestigen kost veel minder tijd dan opzadelen. En als je echt heel weinig tijd hebt hoef je zelfs niet te poetsen (tenzij onder de singel), dus je spaart op die manier al gauw 10 tot 15 minuten uit. Toch kan je je paard perfect trainen!
11. Je wordt er een betere ruiter van
Tijdens het werken met de dubbele lange lijnen oefen je jouw teugelhulpen en ontwikkel je zachte en gevoelige handen.
Natuurlijk, dat oefen je ook tijdens het rijden zelf, maar daar moet je ook nog eens letten op je zit en je benen. Dat is een reden dat het trainen met de dubbele lange lijnen ook zo waardevol kan zijn voor jou als ruiter: je moet niet met je zit en benen bezig zijn, je kan je helemaal op je handen en teugelhulpen richten.
Dus, alhoewel je niet in het zadel zit, wordt je toch een betere ruiter!
12. Gewoon omdat het leuk is!
En eens je dan écht gestart bent, is het echt heel plezant om te doen! Het is afwisselend, je kan er veel kanten mee uit en je traint bovendien ook nog eens je eigen conditie als je meeloopt in menpositie in draf! Mooi meegenomen toch?
Werken met de dubbele longe hoort bij het Verdergezette Grondwerk van Horsefulness Training. Je kan er alles over leren in hetGroundwork Program.
Belangrijk: t.e.m. 31 januari kan je nog jouw levenslange toegang en begeleiding voor het Groundwork Program verzilveren voor 697 ipv €1197. Klik hier om meer te weten.