Het ontstaan van het paard dateert van zo’n 60 miljoen jaar geleden. De allereerste voorouder, Eohippus genoemd, was slechts 30 cm hoog, leefde in het struikgewas, was een solitair levend dier, had vier tenen en was een omnivoor.
Beetje bij beetje paste dit dier zich aan aan het veranderende klimaat tot een dier dat leefde op de steppe en in kuddeverband. De tenen veranderden in hoeven en het dier werd herbivoor.
Vanuit de Eohippus ontstonden verschillende soorten andere dieren waarvan er maar 1 de echte voorvader is van het moderne paard zoals we dit nu kennen: de Pliohippus.
Vandaaruit ontstond de Equus Caballus, het moderne paard. De Equus Caballus ontstond zo’n 3.5 miljoen jaar geleden.
Alhoewel het paard zoals wij dat kennen (uitgezonderd de weinige échte wilde paarden die er nog zijn) ondertussen al 6000 jaar gedomesticeerd is bezitten zij nog steeds de eigenschappen van dat wilde paard, 3.5 miljoen jaar geleden.
Dit wil zeggen dat het belangrijk is dat er rekening gehouden wordt met deze eigenschappen zodat het paard gelukkig en gezond is en blijft tot op hoge leeftijd. Het is belangrijk dat je de noodzaak hiervan inziet en dat je er alles aan doet om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan deze natuurlijke behoeftes. Laten we daarom even kijken naar alle belangrijke behoeftes van paarden.
De behoefte aan sociaal contact
Het paard is een kuddedier en heeft dus behoefte aan sociaal contact. Daarom is het heel belangrijk dat ook gedomesticeerde paarden in groep kunnen leven. Hoe natuurlijker de groep is waarin het paard leeft, hoe beter. Dus verschillende geslachten en verschillende leeftijden zijn ideaal.
Tegenwoordig is het moeilijk om hengsten en merries samen te laten leven, omdat de meeste hengsten niet opgevoed zijn in een kudde met merries. Zij worden meestal van jongsaf aan apart gehouden en leren dus niet met respect omgaan met het vrouwelijke geslacht.
Het zou voor hengsten veel beter zijn dat ze vanaf hun geboorte in een natuurlijke kudde gehouden worden, zij zouden veel stabieler zijn in de omgang en zouden bij het zien of ruiken van merries niet onder de indruk zijn of zich onhandelbaar gedragen.
Natuurlijk zitten we dan met het probleem van de voortplanting, we willen niet allemaal één of meerdere veulens elk jaar… Dus daar wringt natuurlijk het schoentje…
Een oplossing is uiteraard castratie. Voor de meeste hengsten hun redding van een solitair en frustrerend leven. Heel soms echter maakt een castrering veel indruk op een hengst en wordt hij na de castratie in zichzelf gekeerd. Zo’n paard maakt dan een depressieve indruk. Het vergt veel inlevingsvermogen en de juiste manier van omgaan en trainen met zo’n paard om hem weer te laten openbloeien zodat hij nu als ruin van het leven kan genieten.
Als je jouw hengst liever hengst wil houden zodat hij een natuurlijker leven kan leiden met zijn merries, dan kan je ook opteren voor een sterilisatie.
Het is belangrijk dat paarden in een vaste groep kunnen leven, zodat ze hechte vriendschapsbanden kunnen aangaan. Het constant weghalen van paarden en steeds weer andere paarden in een groep zetten zorgt voor stress. De rangorde moet steeds weer opnieuw bevestigd worden en maatjes worden op die manier constant uit elkaar gehaald. Ook in een gedomesticeerde groep paarden is het belangrijk dat er een leiding is, en dat die stabiel is. Als er steeds weer een ander paard de leiding moet nemen, dan zorgt dat voor een onveilig gevoel.
Laat je paard dus zoveel mogelijk samen met andere paarden op de weide. Als je je paard ’s nachts op stal wil zetten of op een paddock, zorg er dan voor dat het minstens andere paarden kan zien, horen en ruiken. Nog beter is dat ze elkaar kunnen aanraken, bv over de stalmuur heen of ideaal, als ze samen los kunnen lopen in een grote loopstal of paddock.
Het allerbeste is nog altijd dat het paard dag en nacht weidegang heeft met soortgenoten, met de mogelijkheid tot schuilen in een open stal.
Haal paarden niet zomaar uit elkaar, laat ze zo lang mogelijk in een vaste groep leven met paarden die ze kennen en waar ze een band mee opgebouwd hebben.
De behoefte aan leiding
Het paard is een volgzaam dier. Dit betekent dat het paard graag duidelijke leiding krijgt, zeker in situaties die voor het paard uitdagend/moeilijk zijn.
Wanneer jij met je paard omgaat /traint , dan is dus belangrijk dat je leiding kan geven indien de situatie daar om vraagt. Zorg er dus voor dat je rust uitstraalt, zelfzekerheid en vriendelijke assertiviteit.
Jij bent dan diegene die de kudde van twee (bege)leidt. Het paard moet voelen en zien dat je zelfzeker je ding doet, zodat het je graag en met vertrouwen kan volgen.
De behoefte aan veiligheid
Een paard is een prooidier en een vluchtdier. Dat betekent dat een paard heel alert is en snel kan schrikken.
Ook gedomesticeerde paarden hebben dit nog steeds. Wanneer ze angstig worden willen ze het liefste weglopen (vluchten).
Het is dus belangrijk dat je daar rekening mee houdt en dat je je paard zo goed mogelijk helpt om zich aan te passen aan de mensenwereld, waar dan wel geen bergleeuwen of wolven jacht op hem maken, maar wel er wel veel andere “gevaren” loeren in de belevingswereld van het paard. Denk maar aan loslopende honden, auto’s en vrachtwagens, een luchtballon die overvliegt, een paraplu, wapperend plastiek…
Het werken in vrijheid met de 8 connectie-oefeneningen en het doen van grondwerk zal ervoor zorgen dat het paard rustig kan blijven in moeilijke situaties waardoor het minder geneigd zal zijn om te vluchten moest het angstig worden door iets in de omgeving.
Het is jouw verantwoordelijkheid om jouw paard het gevoel te geven dat het veilig is bij jou.
Het doen van schriktraining daarbij is uiteraard een hele goede manier om het paard te laten wennen aan voor hem enge dingen, hem te tonen dat jij rustig en geaard blijft en dat het dus allemaal ok is!
Verder is het gymnastiseren van paarden ook een manier om het paard te leren zich te ontspannen onder de ruiter, zodat het paard ook minder kijkerig is en minder snel schrikt tijdens het rijden. Wanneer het toch schrikt zal je jouw paard onder controle kunnen houden omdat het paard geleerd heeft om goed te reageren op jouw hulpen. Gymnastiserend Grondwerk en Bitloze Rijkunst zorgt er dus niet alleen voor dat je paard jou beter kan dragen, maar het zorgt ook voor een paard dat mentaal en emotioneel in balans is.
De behoefte aan beweging
Het paard is een dier dat van nature graag en veel beweegt. Wanneer paarden in een stal opgesloten worden en er slechts 1 uurtje per dag uitkomen om te “werken”, dan zullen vele paarden steeds minder goed in hun vel gaan zitten. Stijfheid, blokkades, verminderde doorbloeding, ongezonde hoeven, koliek, … kunnen gevolgen zijn.
Maar ook mentaal en emotioneel kunnen paarden veranderen, zo kunnen ze depressief worden, in zichzelf keren, zuur gedrag tonen, stalondeugden ontwikkelen,…
Veel paarden hebben ook teveel energie wanneer ze te weinig vrije beweging krijgen en worden daardoor minder handelbaar omdat ze als ze uit de stal komen heel explosief zijn: alle energie wil er dan in 1 keer uit!
Geef je paard dus elke dag weidegang (samen met andere paarden) zodat het zich op een natuurlijke manier kan bewegen: al grazend en tijdens de interactie met andere paarden. Het voorkomt heel veel problemen en het paard zal gelukkiger zijn!
Vaak geven mensen al reden dat hun paard niet op de weide gaat dat het paard zich zou kunnen bezeren omdat het gekke bokkesprongen uithaalt. “Het zou wel eens kunnen uitglijden” wordt er geopperd. Paarden die elke dag in vrijheid buiten kunnen lopen die maken veel minder gekke sprongen en glijden dus ook zelden uit, want ze hebben geen overschot aan energie. Het is een overschot aan energie die “gevaarlijk” is, en niet de weidegang op zich!
Bovendien kunnen paarden die gezond zijn omdat ze veel natuurlijke beweging hebben het best wel aan om eens gek te doen, zij zullen geen spier- of peesverrekkingen oplopen daarvan en ook als ze eens zouden uitschuiven kunnen ze daar beter tegen. Hun lichamen zijn namelijk beter doorbloed en ook hebben paarden die leven op de weide meer coördinatie en een beter gevoel met de ondergrond.
De behoefte aan vezelrijk voer
Het paard is een planteneter en besteed in het wild maar liefst 60% van zijn dag aan grazen! Dit betekent dat een paard bijna constant kleine beetjes vezelig voer naar binnen werkt. Gans zijn spijsverteringssysteem is erop gebouwd om dat te kunnen, sterker nog, het is een absolute VEREISTE dat een paard zoveel kan eten per dag als je wil dat het paard gezond is.
Dus: zorg ervoor dat je paard constant toegang heeft tot kwalitatief ruwvoer. Denk aan gras, hooi, stro, kruiden, takken, twijgen en bladeren. Het loont de moeite om je eens goed te verdiepen in wat het beste voer is voor je paard. Dat is zeker niet het opgefokte en met pesticide behandelde gras en voordrooghooi dat je bij de niet-biologische boer kan kopen.
Paarden hebben arm ruwvoer nodig, zonder al te veel fructaan en eiwitten. Paarden leven van nature namelijk op arme gebieden waar ze echt een ganse dag op zoek moeten gaan naar hun eten, gewoon omdat het niet zo dik en overvloedig groeit als in onze netjes ingezaaide weides.
Hun lichaam is er al doorheen miljoenen jaren aan gewend om arm voedsel op te nemen en te verteren. Dit is nog steeds zo! Als wij paarden te fel en verkeerd voederen, dan ontstaan er ziektes zoals koliek, lever en nierproblemen, hoefbevangenheid, …
Wil je meer leren over een natuurlijke manier van voederen: www.bio-ron.com. Daar vindt je ook vele adressen waar je heel goed hooi kan kopen voor je paard, hooi dat niet kunstmatig bemest is, dat kruiden bevat en stofvrij is!
De behoefte aan routine
Het paard is een gewoontedier. In het wild kan je bv zien dat paarden meestal dezelfde weg afleggen op hun home-range en dat ze op ongeveer dezelfde tijdstippen gaan drinken, rusten, grazen, spelen. Zij hebben een zeer goede biologische klok. Het is belangrijk dat je daar rekening mee houdt want anders kunnen paarden onnodige stress ervaren.
Zorg dus voor een aangename routine, zonder al te streng te zijn voor jezelf of voor de verzorgers van je paard. Je kan gerust een marge nemen van een uur bv wat betreft het voeren of naar de weide brengen, maar elke dag weer helemaal anders indelen dan de dag ervoor en alle gewoontes qua verzorging en stalmanagement steeds weer veranderen kan dus wel zorgen voor onrust bij paarden.
De behoefte aan uitdagingen
Wilde paarden hebben in hun leven met veel uitdagingen te maken. Zo moeten zij zelf hun voedsel en water zien te vinden, ze moeten op zoek gaan naar schaduw voor de zon, ze moeten opletten voor gevaar van roofdieren, de hengst moet concurrende hengsten de baas kunnen, de merries moeten voor hun veulens zorgen, de jonge paarden moeten opgevoed worden, ze moeten oplossingen vinden voor bepaalde moeilijkheden die ze moeten overwinnen, er is de voorplanting en de geboorte, er is de ontmoeting met andere groepen paarden, … noem maar op…
Onze paarden krijgen voer en water voorgeschoteld, krijgen een stal om te schuilen, er zijn geen leeuwen en wolven in de buurt, er moet niet worden rondgetrokken en nagedacht over waar heen te gaan want ze zitten vast in een afgesloten weide, zelfs de voorplanting wordt voor hen geregeld…
Er zijn niet veel uitdagingen aan zo’n leven…
Daarom is het van belang dat wij deze uitdagingen creeëren voor onze paarden. De manier waarop ze gehuisvest zijn is 1 manier: contact met soortgenoten zorgt ervoor dat ze interactie hebben met elkaar, er wordt wel eens gediscussieerd. En dat is goed! Zo zorgen ze zelf voor wat leven in de brouwerij. Een paddock-paradise is natuurlijk helemaal top, omdat de paarden daarin gestimuleerd worden om te bewegen en obstakels te overwinnen (als er bv boomstammen op de track liggen of putten met water waar ze doorheen moeten zien te komen).
Maar een andere heel goede manier om je paard uit te dagen is natuurlijk spelen in vrijheid, op stap gaan langs de straat (aan de hand of al rijdend) en veel grondwerk! Laat het paard niet steeds weer dezelfde oefeningen doen die het al kent maar daag het paard uit om moeilijkere oefeningen te gaan doen, laat het paard meedenken en meezoeken naar oplossingen.
Hoe meer je onderneemt met je paard, hoe beter voor zijn mentale gezondheid.
Het is de kunst om je paard gepaste uitdagingen aan te bieden, niet té moeilijk, maar net moeilijk genoeg dat het er even moet over nadenken en dan wel de oplossing kan vinden.
Template not found..
Irmgard Luijcks
op 09 Apr 2013