Elk paard heeft bepaalde natuurlijke eigenschappen. Zo is het paard een kuddedier, een prooidier, een vluchtdier, een planteneter, gewoontedier en een dier dat veel beweegt.
Laten we de eigenschappen en de natuurlijke leefwijze (= de manier van leven zonder invloed van mensen, zoals het paard leeft in het wild) van paarden eens nader bekijken.
Het paard is een kuddedier
Dit betekent dat het paard van nature in groep leeft. Er zijn verschillende soorten groepen
1. Familiegroep of harem
2. Gemengde groep of multiple-male band
3. Vrijgezellengroep of bachelor-band
4. Solitair levende dieren
Paarden hebben sterke familiale en vriendschappelijke banden met de leden van hun groep. Veel paarden hebben ook een pair-bond vriend. Paarden zijn dus heel sociale dieren.
Zij hebben ook nood aan aanraking. Wanneer paarden elkaar genegen zijn dat tonen ze dit door elkaar te groomen.
Men ziet dat er in elke groep vaak een merrie is die het meest gevolgd wordt. Zij leidt de anderen dan naar betere graasplekken, water of schaduw. Zij wordt het vaakst gevolgd door de anderen omdat ze de meeste ervaring heeft, rust uitstraalt en vertrouwen geeft. Zij wordt de leidende merrie genoemd, maar dit betekent niet dat zij altijd de leiding neemt!
Het idee dat er slechts 1 leidende merrie is, is inmiddels achterhaald. Elk dier uit de kudde kan op een bepaald moment beslissen om ergens heen te gaan. Alle paarden samen beslissen of dat een goed idee is of niet: als de meerderheid volgt, dan gaan ze allemaal uiteindelijk mee, als de meerderheid niet volgt, dan blijven ze waar ze zijn (onderzoek oa door Professor Krüger).
Om alles geordend te laten verlopen in de kudde, heerst er een rangorde. Rangorde is contextgebonden en zal dus verschillen naargelang de situatie en motivatie. Toch staat ze in grote lijnen wel vast (paard A zal meestal hoger in rang zijn dan paard B bv, maar niet altijd). Dat zorgt voor rust en stabiliteit.
Rangorde in een bepaalde situatie wordt duidelijk gemaakt via dominant gedrag. Meestal heel subtiel. Moest dat er niet zijn, dan zou er teveel gediscussieerd worden en zou er meer chaos zijn in de groep. Dat vergt veel energie en een prooidier wil zijn energie sparen. Want moest er plots gevaar zijn voor roofdieren dan moeten ze nog fit genoeg zijn om weg te vluchten.
Dat brengt ons op de volgende natuurlijke eigenschap, nl
Het paard is een prooidier
Dit betekent dat roofdieren jacht maken op hen om hen als voedsel te gebruiken.
Het huidige wilde paard heeft nog 2 natuurlijke vijanden (als je de mens niet meetelt..). Deze natuurlijke vijanden zijn de wolf en de bergleeuw (=poema).
Het paard is een vluchtdier
De eerste overlevingsstrategie van paarden is vluchten. Als er dus een roofdier op jacht in de buurt is of er dreigt ander gevaar, dan zal het paard zo snel mogelijk weglopen. Het paard kan op een fractie van een seconde vanuit stilstand overgaan naar een vluchtgalop. Het paard heeft ook een groot uithoudingsvermogen.
Wanneer het paard niet kan wegvluchten, zal het zijn 2de overlevingsstrategie gebruiken en dat is terugvechten door met de achterhoeven te slaan naar zijn belager.
Het paard is een planteneter
Het paard is daarbij vooral een grazer en leeft van vele soorten gras en kruiden. Toch zal het paard ook soms bladeren, takken en twijgen oppeuzelen naargelang zijn behoefte en wat er te vinden is.
Het spijsverteringsgestel van paarden is zo gebouwd dat het paard gedurende dag én nacht constant kleine beetjes vezelrijk voer moet eten. Dat komt omdat het wilde paard een steppedier is.
Maar ook omdat vluchtdieren geen “zware maag” mogen hebben, dat zou hen moe maken en minder alert. Roofdieren daarentegen eten vaak 1 grote maaltijd om de paar dagen en moeten dan een paar uur “bekomen”, een vluchtdier kan zich dat niet permitteren.
Het paard is een gewoontedier
Het paard heeft een sterk ontwikkelde biologische klok. Zo gaan ze vaak op dezelfde tijdstippen drinken, rusten en spelen. Ze houden van routine. Paarden leggen vaak elke dag weer ongeveer dezelfde weg af op hun home-range (leefgebied).
Het paard is een dier dat veel beweegt.
Alle bovenstaande eigenschappen zorgen er voor dat een paard maar liefst 17u per dag in beweging is.
Het beweegt zich tijdens het grazen voortdurend stap voor stap voort. Maar het beweegt ook tijdens het migreren op zijn home-range, tijdens het vluchten en spelen.
Zoveel bewegen is nodig om zijn lichaam soepel te houden zodat hij snel kan vluchten wanneer nodig (teveel stilstaan zou betekenen dat hij stijf wordt = minder goed en snel kunnen vluchten). Door te blijven bewegen worden de gewrichten constant gesmeerd en de pezen en spieren goed doorbloed.
Het stimuleert ook de darmen die goed moeten functioneren daar er een constant verteringsproces nodig is.
Het gedomesticeerde paard
Ook het gedomesticeerde paard bezit nog steeds al deze natuurlijke eigenschappen. Dit betekent dat het gedomesticeerde paard ook nog altijd dezelfde behoeftes heeft als het wilde paard. Door zo goed mogelijk tegemoet te komen aan deze behoeftes kan je jouw paard gezond en gelukkig houden!
Template not found..
Lilian
op 30 May 2015elsa
op 24 Sep 2015