Wijken voor fysieke hulpen

Eén van de basisgrondwerkoefeningen is “Wijken voor fysieke hulpen”. Het doel van deze basisgrondwerkoefening is het paard te leren om “mee te gaan” met lichte druk die het voelt op zijn lichaam.

Het “wijken voor fysieke hulpen” is hetzelfde als “wijken voor directe druk”. Ik noem echter liever “wijken voor fysieke hulpen”, omdat het mijn bedoeling is dat het paard de fysieke druk als een “hulp” ervaart, iets wat hem “helpt” te snappen wat er gevraagd wordt.

Heel veel dingen die we doen met paarden heeft ergens te maken met “druk” en om de dagdagelijkse omgang en alle verdere training met het paard plezierig en veilig te houden (niet alleen voor ons maar ook voor het paard zelf),  is het dus heel belangrijk dat het paard leert om te wijken voor directe druk ipv ertegenin te gaan.  Dat kunnen we stap voor stap aanpakken, op een zo respectvol mogelijke manier.

Negatieve bekrachtiging

Het leren wijken voor fysieke hulpen is een oefening waarbij men een vorm van negatieve bekrachtiging toepast. Bv: je vraagt het paard achterwaarts.  Dan oefen je druk uit op de neus met het halster.  Wanneer het paard een stapje naar achter zet, laat je de druk los.  De druk valt dus weg. Doordat de druk wegvalt, bekrachtig je wat het paard op dat moment deed, nl een stapje naar achter zetten.

Het feit dat je iets wegneemt is dus de beloning omdat het paard verlost wordt van datgene wat minder comfortabel voelt dan als het er niet is. Dat klinkt sneu en daarom hoor je wel eens mensen opperen dat het “not-done” is om een paard te leren wijken voor druk.  In werkelijkheid gebruiken ook deze mensen voortdurend negatieve bekrachtiging, alleen zijn ze zich er niet bewust van.

Denk maar aan

paard trekt zich los aan de muur– een paard leren om vast te staan aan de muur: daar zal het paard moeten kunnen omgaan met de druk achter de oren wanneer het touw strak komt te staan omdat het paard te ver naar achter stapt bv.  Een paard dat dan weer een stapje naar voor zet, dat is een paard dat wijkt voor de directe druk achter de oren. Een paard dat hevig begint te trekken aan het touw en zichzelf lostrekt, dat is een paard dat “tegen de druk ingaat” en dus niet wijkt voor die fysieke druk.  Een jong paard zal moeten leren om te wijken voor druk achter de oren. Dat doe je door het paard te leren als je een lichte fysieke hulp geeft op het halster het een stapje naar voor moet zetten.  Op dat moment los je de druk.

Maar ook:

– Een paard vragen om achterwaarts de trailer af te stappen = eerst zal je dit aanleren door het paard te laten wijken voor directe druk op de boeg (of neus, afhankelijk van hoe je het aanpakt).
– je paard vragen om een stapje zijwaarts te zetten zodat je langs kan = je paard wijkt voor de directe druk van je hand op zijn lichaam
– je paard vragen om zijn hoef op te tillen: je paard wijkt voor de druk van je handen op zijn onderbeen.
– maar ook bij het gewone leiden: ondanks dat je hierbij vooral je lichaamstaal gebruikt, kan het zijn dat het touw toch strak komt te staan bv omdat het paard schrikt. Een paard dat niet geleerd heeft om te wijken voor druk zal meer tijd nodig hebben om weer rustig te worden omdat er naast de schrikreactie ook nog eens paniek kan losbreken door de plotse druk achter de oren.

wijken voor directe druk in de dagelijkse omgang paard

En niet alleen tijdens de dagelijkse omgang, maar ook bij het werk aan de hand, longeren en rijden maak je gebruik van wijken voor fysieke hulpen:

stelling vragen met de binnenteugel = wijken voor directe druk van de binnenteugel.
– een ophouding maken met de longe = je paard wijkt voor de directe druk van de longe.
– je paard voorwaarts vragen dmv een beenhulp = wijken voor directe druk van het been.
– je paard laten wijken voor de kuit = je paard wijkt voor de directe druk van het been.
enz

wijken voor directe druk paardrijden

Negatieve bekrachtiging of “iets oncomfortabels of vervelends” wegnemen om het paard te belonen, klinkt dus eigenlijk negatiever dan het in werkelijkheid is, zolang je bij het leren wijken voor fysieke hulpen rekening houdt met de gevoelens van het paard en ervoor zorgt dat je het paard niet bang of boos maakt omdat je het paard pijn doet. En dat je fysieke hulpen ook echt hulpen zijn, met als doel het paard te helpen en niet om het paard te dwingen. Want als dat zo is, dan is er geen communicatie maar dwang.  Fysieke hulpen moet dus steeds communicatie blijven, en geen dwang.

Hoe doe je dat?

Het is uitermate belangrijk dat je vanuit een juiste intentie werkt en veel gevoel. (Lees hier het artikel over “wijken met gevoel”)

Dan gaat het erom de druk heel subtiel op te starten zodat je nooit heel veel druk moet gebruiken en je fases zo op te bouwen dat het paard de tijd heeft om erover na te denken, dingen uit te proberen en uiteindelijk bij de juiste oplossing te komen.

Gebruik nooit fases waarbij je zo veel druk gebruikt dat het paard pijn heeft, boos of bang wordt.  Wanneer je paard bij lichte druk niet wijkt, zoek dan een alternatief.  Ofwel wacht je gewoon, ofwel “help” je het paard de oplossing te vinden door:

  • bij hoofd laag en neus naar flank –> te lokken met je andere vrije hand
  • bij achterhand opzij –> het hoofd naar je toe te vragen
  • bij voorhand opzij –> je positie en houding aan te passen
  • gebruik te maken van hindernissen zoals balken, de omheining, een gang, … om het paard te helpen in de juiste richting te denken

Je hoeft ook niet enkel met negatieve bekrachtiging (het lossen van de druk) te werken.  Je kan ook een combinatie maken van negatieve en positieve bekrachtiging (bv een voedselbeloning)  indien je merkt dat je paard een extra motivatie nodig heeft.

Wijken voor directe druk: de basisoefeningen

1. Hoofd laag : hier leren we het paard wijken voor subtiele druk achter de oren.  Het paard brengt het hoofd dan naar omlaag.

2. Voorwaarts: hier leren we het paard wijken voor subtiele druk achter de oren naar voor als voorbereiding van het vaststaan aan de muur.

3. Neus naar flank: hier leert het paard wijken voor subtiele druk op de zijkant van het hoofd.  Het paard brengt zijn neus dan richting de flank.

4. Achterwaarts op de neus: hier leert het paard wijken voor subtiele druk op de neus.  Het paard stapt dan naar achter wanneer het lichte druk op de neus voelt.

5. Achterwaarts op de boeg: hier leert het paard wijken voor fysieke hulpen op de boeg.  Het paard stapt dan achterwaarts wanneer het de lichte druk voelt.

6. Achterhand opzij: hier leert het paard wijken voor sutbiele fysieke druk op de achterhand. Het paard stapt dan opzij met de achterhand terwijl de voorhand blijft staan.

7. Voorhand opzij: hier leert het paard wijken voor subtiele fysieke druk op de voorhand (de schouders). Het paard stapt dan opzij met de voorhand terwijl de achterhand blijft staan.

8. Buigen: het paard leert hier zijn lichaam hol te maken aan de kant dat er lichte druk wordt gegeven op de singelplaats. Het paard leert dus op de grond om zich te buigen in de lengte rond het binnenbeen.

9. Volg het touw: het paard wijkt voor de lichte druk op het halster door de neus eerst in de richting van de flank te brengen en daarna, wanneer de begeleider dit vraagt, het touw te volgen dat rond zijn lichaam ligt.

Gevorderde oefeningen

Wanneer het paard deze basis oefeningen goed begrijpt en dus ontspannen wijkt voor fysieke druk, dan kunnen we deze oefeningen moeilijker maken door

  • de oefening langer aan te houden (zoals bij hoofd laag en neus naar flank)
  • steeds meer passen te gaan vragen (zoals bij achterwaarts en achterhand/voorhand opzij)
  • het paard te leren om er vlotter op te reageren
  • een combinatie van oefeningen te maken (bv hoofd laag + achterwaarts)
  • deze oefeningen te doen in meer uitdagende omstandigheden (bv in een schrikparcours, in het verkeer, op de trailer)

Wanneer het paard deze 9 basisoefeningen goed begrijpt en kan uitvoeren op de grond, zal niet alleen de dagelijkse omgang plezieriger en veiliger verlopen maar ook het rijden!

Communicatie

Het leren wijken voor fysieke hulpen moet je zien als een vorm van communicatie, net zoals een kind van 6 leert lezen en dat zijn leven een heel stuk gemakkelijker maakt.  Een paard dat wijkt voor fysieke hulpen is een echt plezier om mee te werken. Het begrijpt jouw hulpen beter en dat geeft het paard meer zelfvertrouwen en vertrouwen in de trainer!

Template not found..
Reactie plaatsen