Hoe leer je een paard achterwaarts stappen?
30 september 2013 

Hoe leer je een paard achterwaarts stappen?

Ik kreeg deze vraag van Koen.  Hij vertelde me het volgende: “Ik wil mijn paard leren om achterwaarts te stappen, zowel onder het zadel als in de koets. Achterwaarts stappen als ik ernaast sta of ervoor, lukt perfect met het commando ‘terug’ en eventueel tegen de borst tikken met 1 vinger. Onder het zadel lukt me dat echter niet (bitloos niet en met bit ook niet).

Ingespannen (B-stang en ketting) achteruit gaat het ook niet en da’s wel een grote handicap… Hoe moet ik in ’t stad achteruit parkeren tussen 2 auto’s ??  😉  Het probleem is ook dat ik altijd alleen ben.”

Achteruit stappen is onnatuurlijk voor een paard

Achteruit stappen is voor een paard niet zo natuurlijk.  Ze zullen het pas doen als ze echt niet anders kunnen.  Hun bewegingsstelsel is erop gemaakt om vooruit te gaan, dus om ze achteruit te leren stappen moeten ze hun spieren en ledematen anders leren gebruiken. Het vergt een andere coördinatie.

Bij het achteruit stappen moeten ze hun achterbenen verder onder hun lichaam zetten.  Daarom is het belangrijk dat je je paard stap voor stap leert om achteruit te stappen en ze zeker niet begint te forceren, want dat kan voor hun spieren en pezen lastig zijn.  Hoe meer je ze forceert, hoe minder ze het gaan willen doen, en dan zit je in een vicieuze cirkel want jij moet weer meer gaan forceren omdat ze het steeds moeilijker gaan doen enz.  Als je hen goed leert achterwaarts stappen dan zal je dus de achterhand soepeler en sterker maken.

“Achterwaarts” leer je best eerst via grondwerk

We starten op de grond.  We leren het paard eerst en vooral wijken voor fysieke druk.  En dit op zoveel mogelijk plaatsen.  Dus niet alleen op de boeg en op de neus, maar ook achter de oren, de zijkant van het hoofd, de schouders en de achterhand.  Als je nog meer wil doen: de flanken, de achterkant van de billen, de benen, de hals, de buik, …  Je kan het paard perfect leren dat waar je subtiel druk geeft, het paard wijkt voor die druk.  Op hoe meer plaatsen het paard dit kent, hoe beter en hoe sneller hij zal beginnen reageren op de minste druk.

Leer je paard een stemcommando aan

Voor het achteruit leren stappen op de grond heb je druk op de boeg nodig en/of op de neus (Tenzij je het vanop een afstand doet, maar dat is dan “wijken voor drijvende druk”, nu hebben we het over “wijken voor fysieke druk”).  Je leert het paard eerst op zo weinig mogelijk druk 1 stap achteruit te zetten.  Van zodra het paard goed reageert onmiddellijk belonen.

Je gebruikt ook een stemcommando.  Voor koen is dit “terug”, voor andere koetsiers kan dat “back-up” zijn.  Je stemsignaal komt net voor de fysieke hulp.   Begin de stemhulp pas toe te passen als het paard al achteruit kan stappen op de druk. De eerste oefensessies laat je het paard slechts een paar keer 1 stapje achteruit zetten.

Nageven tijdens achterwaarts is van groot belang!

Stelselmatig ga je meerdere passen achteruit vragen waarbij je bij elke stap de druk iets lost om dan opnieuw te vragen.  Je oefent zowel met druk op de boeg als met druk op de neus.

Het is heel belangrijk dat het paard nageeft wanneer je druk op de neus uitoefent, zodat dat het paard zijn rug niet hol maakt maar zijn bovenlijn net rond maakt.  Zo kan het paard zijn achterhand beter onderbrengen bij het achterwaarts stappen.  Het kan nodig zijn om het paard eerst te leren om nageeflijk te zijn in stilstand en dan pas achterwaarts te gaan vragen.

Achterwaarts over hindernissen

paard gaat achterwaarts over balkWanneer je zover bent dat je paard een stap of 10 vlot achteruit stapt en dat op hele lichte druk, dan ga je “hindernissen” introduceren.  Dus het paard moet nu achteruit over een balk, een zeil, tussen kegels, tussen een smalle gang (de omheining en een hindernis bv), …

Het paard leert dus goed na te denken terwijl hij achteruit stapt: “Waar moet ik precies heen, hoe hoog moet ik mijn voeten optillen, hoe lang moet ik achteruit blijven stappen, …”.

Het paard zal misschien eerst wat wantrouwig zijn, want hij ziet niet goed achter zich waar hij over moet, soms moet hij gewoon tasten met de hoeven.  Beetje bij beetje leert het paard dat het op jou kan vertrouwen.  De reden dat een paard niet achteruit wil gaan heeft nl niet alleen te maken met het feit dat hij nog niet goed wijkt voor druk of dat je de hulpen verkeerd geeft.  Het kan ook gewoon zijn dat het paard er niet op vertrouwt dat het veilig is om achteruit te stappen.  Door deze oefening leert het paard op jou te vertrouwen.

Achterwaarts verfijnen middels werk aan de hand

Als dat goed lukt kan je ook nog werk aan de hand doen, waarbij je het paard op een volte zet in de juiste buiging en in een voorwaarts-neerwaartse houding.  Je vraagt 1 volte, dan ontkoppel je de achterhand (dmv een teugelhulp in samenwerking met de juiste lichaamstaal) waarna je enkele stappen achterwaarts vraagt dmv jouw stem gevolgd door jouw fysieke hulpen met de teugel indien dit nodig is.  Dan belonen en eventjes wachten.

Daarna vertrek je op de andere volte.  Als je dit een tweetal weken dagelijks doet, dan zal het paard bijna zonder hulpen en zonder twijfel soepel achterwaarts stappen.

En dan pas onder het zadel

Dan ben je pas klaar om tijdens het rijden achterwaarts te vragen.  Hier ga je in stilstand achterwaarts vragen vanuit een nageeflijke houding.  Het is belangrijk dat je de correcte hulpen geeft: niet zwaar zitten maar je zwaartepunt iets naar voor leggen  (dus voor de loodlijn met je bovenlichaam).  Je legt je benen passief naar achter. Van zodra het paard een pasje naar voor wil doen geef je een ophouding: het paard zal naar achter stappen als jouw voorbereidingen goed zijn geweest.

Vraag maar 1 stap en beloon, en bouw zo verder op naar meerdere stappen. Jouw been- en teugelhulpen zorgen ervoor dat het paard zo recht mogelijk achteruit stapt.  Maar recht achteruit stappen is heel moeilijk voor een paard als gevolg van zijn natuurlijke scheefheid.   Gymnastiserend Grondwerk en Bitloze Rijkunst is hier de oplossing voor.

Trek nooit aan de teugels!

De rode pijlen duiden aan wat niet goed is: de ruiter zit te zwaar waardoor het paard de rug niet bol kan maken, hij trekt het paard achter de teugel, hierdoor kunnen de achterbenen niet ondertreden en daalt de achterhand niet. De groene pijlen duiden aan hoe het zou moeten zijn: de ruiter zit ietwat voor de loodlijn dus het paard kan zijn rug bol maken, het paard blijft voor de loodlijn met zijn hoofd, de achterhand zakt en het paard kan zijn achterbenen meer naar voor plaatsen.

Het is belangrijk dat het paard ontspannen, rustig en nageeflijk achteruit stapt.  Dit vraagt een gepaste training maar zorg er ook voor dat het een “gewoonte” wordt, dus van zodra het paard zich opspant moet je stoppen, de nageeflijkheid terug vinden en de rust en dan pas opnieuw vragen.

Het heeft geen enkel nut om te beginnen trekken aan de teugels in een poging het paard achteruit te dwingen, het paard zal zijn bovenlijn hol maken, niet meer ondertreden met de achterhand en dit is heel slecht voor zijn lichaam.

Achterwaarts in de koets

Menpaarden worden meestal alleen vanop de grondgetraind en niet vanuit het zadel.  Wat je hier niet hebt zijn beenhulpen dus het paard moet perfect reageren op jouw stemhulp.  Je moet het paard zo conditioneren dat het bij het woord “back-up” al achteruit begint te denken en het dan ook heel vlot  doet van zodra je de hulpen geeft.

Natuurlijk is het knap lastig om een  koets achteruit de duwen.  Daarom ook zou ik het eerst perfect aanleren op de grond om het paard om die manier al bewust te maken van welke spieren hij moet gebruiken en hoe hij ze moet gebruiken. Je kan ook oefenen in de dubbele longe.

In de koets geef je dan je stemhulp gevolgd door je teugelhulpen (lichte ophoudingen geven, blokken als het paard voorwaarts wil).  Iemand op de grond zou je in eerste instantie kunnen helpen door voor het paard te gaan staan en te helpen door lichte druk op de neus of op de boeg te geven.

Veel succes!

Reactie plaatsen